'Het heeft vijf jaar geduurd om van allerlei brokstukken die ik had een geheel te maken. Een plaat maken is voor iemand als ik, die niet veel platen verkoopt, een kostbare aangelegenheid. Het is ook behoorlijk zenuwslopend om alle praktische zaken die erbij komen kijken in goede banen te leiden. Ditmaal kwam Phil [ex-Roxy Music gitarist
Phil Manzanera] mij te hulp door zijn studio aan te bieden. We betaalden ervoor, maar konden vrij ons gang gaan zonder de gebruikelijke tijdsdruk, waardoor alles vrij ontspannen kon verlopen.
'Kort na
Dondestan, in 1993, raakte ik in een depressie verzeild waarvan ik dacht dat ik er niet meer levend uit zou komen. Ik dacht dat ik als een oude indiaan zou sterven, maar ik ben er nog steeds, zoals je ziet. Ik ben weer muziek gaan maken, omdat dat het enige is dat ik kan. Ik heb geprobeerd mijn demonen te bezweren met muziek. Als je het op kunt schrijven, kun je er gemakkelijker mee omgaan. De diepe zelfvervreemding die ik doormaakte, komt tot uitdrukking in
Free Will and Testament, waarvoor ik een stukje pianomuziek gebruikte dat Kramer [die van Bongwater en Shimmy Disc] mij ooit had gestuurd. De woorden kwamen snel. Het is het testament van een moment. Terwijl ik het opnam, voelde ik mij meteen een stuk gelukkiger, ook door al die mensen om mij heen.
Paul Weller begreep meteen waar het mij in dat nummer om ging. Hij zei: Het gaat veel verder dan het probleem van één persoon. Het zijn vragen die waard zijn gesteld te worden. Dat gaf mij een goed gevoel. Hij werkte ook heel consciëntieus aan zijn partij.
'Ik vond het een eer dat Paul aan mijn album wilde bijdragen. Hij moest er zelfs zijn eigen plaatopnames enkele dagen voor in de steek laten, wat ik zelf nooit gekund zou hebben. Ik heb altijd een zwak voor Paul gehad. Hij heeft een voor een popster opmerkelijk karakter: Niet die humeurige, verongelijkte adolescentenhouding, die je vaak ziet en die volgens mij nogal misplaatst is als je ziet hoe slecht jongeren het in de derde wereld hebben. Niet dat kunstmatig gecreëerde zelfbeeld van de tragische, aan drugs verslaafde popster, dat mij behoorlijk op mijn zenuwen begint te werken. Paul is rechttoe-rechtaan, zowel tegen anderen als tegen zichzelf. Als hij fouten maakt zijn het eerlijke fouten die iedereen kan zien.'
e in 1945 geboren Wyatt is afkomstig uit een artistieke familie. Zijn vader George Ellidge en zijn moeder Honor Wyatt waren schrijvers en behoorden tot de kring van intimi rond Robert Graves
(I Claudius e.a.). Als kind werd hij meegenomen naar opera- en balletvoorstellingen waar hij steevast in slaap viel, behalve bij het Afrikaanse ballet van Catherine Durham. 'Het moeten de ritmes zijn geweest die mij wakker hielden,' zegt hij er achteraf van. 'Ik was vanaf mijn tiende erg geïnteresseerd in zwarte muziek. Ik had een oudere broer die rhythm & blues-platen had. Ook woonde ik een tijdje in Parijs waar ik allerlei Franse films heb gezien met jazz-muziek. Ik luisterde ook wel naar rock & roll, vooral naar Eddie Cochran en Buddy Holly, maar ik was een snobistisch ventje. Ik luisterde liever naar Mose Allison dan naar Elvis Presley. Nog steeds, eigenlijk. Ik zat net tussen de jazz- en de popgeneratie in. Onder jazz-fans was ik een van de jongste, onder popfans een van de oudste.
'Amerika was de plek waar de Europese muziek en de Afrikaanse elkaar vonden. Daar is de jazz uit voortgekomen en ook de pop. In de jazz zag je hoe zwarte Amerikaanse musici de muziek gingen spelen van Russische joden als Irving Berlin en George Gershwin. Er loopt een ononderbroken lijn van opwinding door de zwarte muziek vanaf het begin van de eeuw tot op heden.
'De popmuziek van de jaren zestig wordt vaak gezien in de sfeer van opstand en rebellie, maar ik geloof niet dat wij nu zo rebels wilden zijn. Het was meer een reactie op de ouderen die onze cultuur verwierpen of belachelijk maakten. Daardoor is die generatie zich gaan verdedigen en kreeg je een tegencultuur. Maar aanvankelijk was alles vrij onschuldig. Een avontuur in sensualiteit, meer was het niet.'
Robert praat niet graag over zijn jaren met Soft Machine, de groep waarmee hij in de jaren zestig korte tijd triomfen vierde. 'In mijn hoofd associeer ik die tijd met problemen. Ik heb altijd problemen gehad met de muziekindustrie, met in een groep zitten of een eigen groep hebben. Ik had er eenvoudig het temperament niet voor. Het is een harde business en niet iedereen speelt eerlijk spel. Ik voelde mij verloren en angstig. Laat mij maar alleen muziek maken. Ik had ook medelijden met de mensen die met mij moesten werken, want ik was meestal dronken. Ik heb erg veel fouten gemaakt. Het was wel een goede leerschool voor me. Popmuziek wordt geassocieerd met jeugd, maar omdat ik zo'n langzame denker ben, begin ik nu pas te begrijpen hoe muziek functioneert.