Les années Before | Soft Machine| Matching Mole | Solo | With Friends | Samples | Compilations | V.A. | Bootlegs | Reprises|
Interviews & articles
     
 Robert Wyatt Rock Bottom: Experimentele vrijheid - Heaven #3 - Mei/Jun 2024



ROBERT
WYATT

Experimentele
vrijheid




OCK BOTTOM is het fraaie en onbetwiste meesterwerk van Robert Wyatt (79), een musicus die een speciaal plekje in ons hart heeft. Hij is de schepper van een uniek oeuvre, dat gekenmerkt wordt door een samenspel van meerlaagse keyboards, subtiele percussie en een bijzondere, breekbare, hoge stem. Wyatt excelleerde als drummer, maar niet minder als zanger in de jaren dat hij met The Soft Machine aan de weg begon te timmeren. Hij was een van de oprichters van deze experimentele band en de spil. Wyatt drumde tijdens concerten vaak met ontbloot bovenlichaam, in een stijl die gerust uniek mag heten, ook met zijn handen en af en toe zelfs met zijn vuisten. Soms raakte hij volledig in trance en leek hij ver weg. Hoeveel alcohol en drugs hij er in die tijd doorheen joeg, geen idee. Weinig was het niet.

Wyatt heeft een kleine schare trouwe liefhebbers. Er zijn nogal wat mensen die zijn keyboardwerk zenuwslopend gepriegel vinden en zijn falsetto irritant. Smaken verschillen en dat is maar goed ook. Voor ons is Wyatt een artiest die diverse soorten muziek in een volstrekt eigen idioom heeft verwerkt, dat vanzelfsprekend schatplichtig is aan The Soft Machine en de progressieve bands van de Canterbury scene, zoals Caravan en Matching Mole, maar daar uiteindelijk bovenuit stijgt. Vooral omdat Wyatt in zijn composities en interpretaties en met zijn ijle zang altijd zocht naar totale muzikale vrijheid, zoals een vogel in de lucht. Het is muziek die ademt en ruimte schept. ROCK BOTTOM is een hoogtepunt. De enige albums die naar ons idee in de buurt komen van zo'n zoektocht zijn de meest jazzy platen van Joni Mitchell, zoals HEJIRA uit 1976.


Drama

Robert Wyatt kreeg bekendheid als drummer en zanger van The Soft Machine die eind jaren zestig indruk maakte met hun experimentele, psychedelische sound. Het een plaatkant lang durende jazzy Moon In June van dubbelaar THIRD (1970), gecomponeerd door Wyatt, is een voorbode van zijn latere solowerk. Wyatt werkte als drummer in de herfst van 1970 ook nog mee aan het album FOURTH, maar verliet de band al snel na de studio-opnames. Hij zegt zich nu nog maar weinig van die tijd te kunnen herinneren en er niet met plezier aan terug te denken. Hij spreekt zelfs over een traumatische ervaring, traumatischer dan de val uit het raam en de verlamming die erop volgde. Hij richtte de groep Matching Mole op en maakte in 1970 ook nog eens het soloalbum THE END OF AN EAR.




Maar Wyatts echte solocarrière begon - daar zijn alle critici en ook hijzelf het over eens - pas na dat grote drama in zijn leven: de val uit een raam in totale dronkenschap op een feest op 1 juni 1973, waardoor hij vanaf zijn middel verlamd raakte. Na een maandenlang verblijf in het ziekenhuis kwam hij in een rolstoel terecht en was het drummen met zijn voeten voorbij. Voor altijd.

ROCK BOTTOM lijkt op het eerste gehoor een aangrijpend verslag van dit persoonlijke drama. Zes nummers, drie per kant, het ene nog mooier dan het andere; sommige echt liedjes, andere uitdijende experimenten. Sea Song is de majestueuze opener, een fantastisch liefdeslied over zijn vrouw en muze Alfreda (Alfie) Benge, met een door Indiase klassieke muziek beïnvloed langdurig orgel-outro. A Last Straw lijkt het drama aan te kondigen en heeft subtiel slidegitaarwerk van Wyatt zelf. In Little Red Riding Hood Hit The Road hoor je het moment van de val en een onheilspellende solo van de Zuid-Afrikaanse trompettist Mongezi Feza, over stormachtige percussie, keyboards en angstaanjagende zang (Oh no, I can't stand it, Stop please) heen. Bijzonder is dat het tweede deel van het nummer, het achterwaarts gespeelde eerste deel is, waar alleen bassist Richard Sinclair overheen speelt. Sinclair vergeleek die ervaring eens met een Lsd-trip. Het nummer én de eerste plaatkant eindigen met een voordracht van spoken word-kunstenaar avant la lettre Ivor Cutler.




Op kant B staan Alifib en Alifie, wederom liefdesbetuigingen aan zijn vrouw Alfie. Alifie bevat een conversatie met haar met een maffe surrealistische tekst en prachtig saxofoonwerk van Gary Windo. De nummers beginnen met de hoorbare ademhaling van Wyatt als percussie-intro. Het afsluitende Little Red Robin Hood Hit The Road begint als een meeslepende Canterbury-klassieker, met de viola van Fred Frith en karakteristiek gitaarwerk van Mike Oldfield, en ook deze plaatkant eindigt met een door Cutler voorgedragen tekst.


Onderwater

ROCK BOTTOM lijkt een direct verslag van het ongeval, maar die wat voor de hand liggende interpretatie is bedrieglijk. Nogal wat van het materiaal was namelijk al vóór de val geschreven in Venetië, waar Alfie deel uitmaakte van de filmcrew van Nicolas Roeg die er de thriller Don't Look Now opnam. Wyatt componeerde veel op het daar door Alfie aangeschafte goedkope Riviera-orgel dat zo karakteristiek is voor de sound van ROCK BOTTOM en later solowerk. Producer Nick Mason - de drummer van Pink Floyd - koos op suggestie van Mike Oldfield voor een meersporenopname van het in vergelijking met andere merken nogal bescheiden orgel. De lagunestad bood volgens Wyatt de inspiratie voor Sea Song.





Toch is de traumatische ervaring van de val wel van invloed geweest op het eindresultaat. In het ziekenhuis werkte Wyatt onder soms moeilijke omstandigheden verder aan de nummers. Daardoor kon hij de muziek naar eigen zeggen in vrijheid doordenken en ontwikkelen. ROCK BOTTOM is zodoende een album geworden met een volstrekt eigen klankbeeld en een unieke sfeer. Zoals de Engelse Wikipedia het samenvat: 'Intens maar ook zacht en geruststellend, de abstracte schetsen van pijn, verlies en lijden op het album worden afgewisseld door levendige flitsen van liefde en herstel'.


 


De zang van Wyatt is van een droevige kwetsbaarheid, soms tegen het valse aan, maar o zo mooi. Wyatt heeft meermaals gezegd dat de verlamming paradoxaal genoeg een bevrijding voor hem was: hij was geen drummer meer en geen lid van een band, maar een muzikant die zelfstandig kon componeren, een unieke zangstijl wist te ontwikkelen en bevriende gastmuzikanten kon vragen mee te spelen op zijn platen. Hij gaat zelfs zover te zeggen dat als God de rolstoel had uitgevonden, hij mensen die als natuurlijk alternatief had moeten aanbieden voor benen. Het beeld dat Wyatt voor ogen had bij het schrijven van de tracks voor ROCK BOTTOM was dat van de zeebodem: 'Op de bodem van de oceaan zijn dingen die even raar en gek zijn als wat mensen zich voorstellen bij Mars. En muzikaal lijkt mijn landschap meer en meer onderwater te zijn. Je kunt geen directe analogieën maken tussen muziek en visuele stimulansen, maar ik heb fysieke landschappen in mijn hoofd. Ik herinner me dingen door ze me voor te stellen. Het was een soort wijde tuin, maar niet op het land maar onder water.' Hij zei dat de terugkeer naar het water een artistieke verbeelding van een stap terug in de menselijke evolutie was. Uit de tekst van Sea Song blijkt hoe Wyatt het waterthema verbond met de liefde:
You look different every time/You come from the foam-crested brine/lt's your skin, shining softly in the moonlight/Partly fish, partly porpoise/Partly baby sperm whale/Am I yours?/Are you mine to play with?


Kinderlijk

Hoe belangrijk het waterthema voor Robert Wyatt moet zijn geweest, blijkt onder meer ook uit het hoesontwerp van Alfie; een pentekening waarop we strandscènes zien aan de bovenzijde en aan de onderzijde een onderwatertuin. Ze tekende het als een soort minimalistisch antwoord op de populaire, kleurrijke en meer uitbundige hoezen van Roger Dean voor Yes. Bij de heruitgave van ROCK BOTTOM uit 1998 maakte ze een tweede, kleurrijker ontwerp, ook met een onderwaterthema. Over zijn muzikale stijl merkte Wyatt op: 'Wat ik doe past niet in een categorie die ik zou kunnen benoemen. En dat is geen poging om bewust anders te zijn. Het is gewoon niet hetzelfde: het is geen rock-'n-roll, het is geen jazz, het is niet modern klassiek, het is geen folk. Het bestaat gewoon niet als genre. Het is als een dier van de Galapagos-eilanden, een soort onderwatereend. Gewoon iets dat het bleek te zijn.' Wyatt noemde wel belangrijke muzikale invloeden: Pink Floyd en dan vooral de toetsen van Rick Wright, Indiase klassieke muziek en ASTRAL WEEKS van Van Morrison.

ROCK BOTTOM heeft goed beschouwd ook wel iets kinderlijks. Wyatt houdt van de 'naïeve' tekeningen van de late Paul Klee en van de bijna primitief aandoende werken van Picasso en sprak over de 'schoonheid van iets wat slecht gedaan wordt.'

ROCK BOTTOM werd door de muziekpers heel positief ontvangen. Steve Peacock van het muziekmagazine Soundz schreef: '...het vertegenwoordigt alles dat Robert tot een muzikant, zanger en componist maakt zonder concurrenten en weinig gelijken.' Melody Maker en New Musical Express noemden het album in hun eindejaarslijstjes en stelden het op één lijn met Dylans BLOOD ON THE TRACKS. Het album is door de jaren heen geliefd gebleven en wordt door veel muziekkenners gezien als een van de meest bijzondere albums aller tijden. New Musical Express plaatste het in 2015 op plek 358 van de 500 beste albums ooit. Na verschijnen trad Wyatt op in het Londense Theatre Royal Drury Lane met een band met de meeste muzikanten van het album. Naast de tracks van het album stonden onder meer ook nummers van Matching Mole op het programma en in de toegift speelde Wyatt zijn versie van de Monkees-hit I'm a Believer, dat ook voor hem een hitje werd. Een albumregistratie van dit concert verscheen in 2005.


Shipbuilding

Sinds ROCK BOTTOM heeft Wyatt met tussenpozen aan zijn oeuvre gebouwd, met hoogtepunten zoals OLD ROTTENHAT (1985), SHLEEP (1997), CUCKOOLAND (2003) en COMICOPERA (2007). De vierde kant daarvan is niets anders dan doodse stilte, maar wél met een fraai op het vinyl gekrast gedicht. Deze albums bevatten sommige van zijn allerbeste nummers: The Age Of Self, Free Will And Testament, Just As You Are en Beware. Befaamde muzikanten als Eno, Paul Weller en Phil Manzanera spelen erop mee.





De nummers ademen dezelfde sfeer als ROCK BOTTOM. Heel bijzonder zijn ook de singles en ep's die hij aan het begin van de jaren tachtig maakte, met diverse covers zoals een hartverscheurende, trage versie van At Last I Am Free van Chic en een ijzingwekkende uitvoering van Strange Fruit van Billie Holiday. Het allermooiste uit die periode is zijn versie van de anti-oorlogssong Shipbuilding, die Elvis Costello voor hem had geschreven, over de Falklandoorlog, de scheepswerven en de tragiek van niet-terugkerende soldaten. De uitvoering van Costello zelf met de trompetsolo van Chet Baker is prachtig, maar de uitvoering van Wyatt maakt nog meer indruk. Piano, akoestische bas, bekkens: tegen deze sobere achtergrond stijgt de stem van Wyatt tot grote hoogten:

It's all we're skilled in/We will be shipbuilding/With all the will in the world/
Diving for dear life/When we could be diving for pearls



Het werk van Wyatt inspireert door de jaren heen veel andere artiesten. Het Franse Orchestre National de Jazz maakte een pracht van een coverplaat met jazzy orkestarrangementen en medewerking van artiesten als Rokia Traoré en Arno. In 2010 maakte Wyatt met de componist/saxofonist Gilad Atzmon en componiste/violiste Ros Stephen FOR THE GHOSTS WITHIN, met bewerkingen van eigen nummers en jazzstandards in een klassiek idioom. Het Britse folkduo The Unthanks bracht dit jaar een livealbum uit, met zes nummers van Antony and the Johnsons en negen van Wyatt. The Unthanks spreken over twee van de meest avontuurlijke songbooks van de laatste vijftig jaar.


Zorgeloosheid


In 2014 maakte Robert Wyatt bekend te stoppen als muzikant. Ter gelegenheid daarvan verscheen in dat jaar een voortreffelijke, door hemzelf geautoriseerde biografie van Marcus O'Dair, Different Every Time. (Al eerder, in 2002, verscheen de fraaie documentaire Free Will and Testament.) Ook kwam er bij de biografie een dubbel-cd uit met dezelfde titel. Het eerste deel, getiteld EX MACHINE, bevat hoogtepunten van zijn eigen werk, opvallend genoeg zonder nummers van ROCK BOTTOM - op een live-uitvoering van A Last Straw na. Ergens ook wel logisch, want ROCK BOTTOM zou in zijn geheel op zo'n verzamelaar moeten staan. Buitengewoon verrassend is de tweede cd, BENIGN DICTATORSHIPS, die bestaat uit nummers van andere artiesten waaraan Wyatt bijdroeg. Want hij werkte mee op meer dan 200 albums van veel uiteenlopende musici. Op de compilatie staan onder meer Björk en John Cage. Voor ons waren het onbekende nummers, van een zeer hoog niveau, een ware schat.

Helemaal stoppen deed Wyatt ook weer niet. Zo schreef de Amerikaanse jazzgitariste Mary Halvorson speciaal voor hem drie nummers voor het album ARTLESSLY FALLING (2020) van haar groep Code Girl. Wyatt zingt die nummers, waarvan Lemon Trees tot de hoogtepunten in zijn oeuvre behoort.

Wyatt is een van de muzikale smaakmakers van de laatste ruim vijftig jaar en ROCK BOTTOM staat nog steeds als een huis. Terugkijkend zei hij daarover tegen het tijdschrift Mojo: 'Wanneer ik eraan denk hoe vanzelf het ging en hoe impulsief ik toen was. Het werd gemaakt met een soort zorgeloosheid, waardoor het waarschijnlijk nog steeds als fris overkomt op mensen. Ik maakte het min of meer ter plekke. Het leek destijds eenvoudiger.'

Wetende wat Wyatt in 1973 overkwam krijgt 'een soort zorgeloosheid' een volstrekt andere lading.


WIM BOT EN PETER DE RUITER (MET DANK AAN ERIK VERHOEF)


       
     
Previous article