Les années Before | Soft Machine | Matching Mole | Solo | With Friends | Samples | Compilations | V.A. | Bootlegs | Reprises|
Interviews & articles
     


 Soft Machine Elpee - Hit Week - N° 18 - 17 Januari 1969


Zoals oplettende radioluisteraars al gemerkt hebben is DE ELPEE VAN DE SOFT MACHINE UIT, en dat ook al in dit landje. De Soft Machine, onze (ons= Nederlands', en ook wel Hawee's) Soft Machine is eindelijk dan toch met een elpee op deze mart vertegenwoordigd. Een tijdje geleden was het al in deze kolommen te zien, en even later kregen wij een exemplaar van Robert Wyatt toegestuurd, maar mede dankzij de gezondheidstoestand van de hitredaktie komt er nu pas wat meer over die elpee. Dat heeft z'n voordelen, want we hebben de plaat nu enige weken achter elkaar dag en nacht gedraaid. De plaat die direkt al zo prachtig was, die groeide en groeide maar en dat hield niet op. Oehoehoe, wat waren wij verschrikkelijk blij met die plaat van de Soft Machine !!!! Heus, ga nou niet je schouders ophalen, ga nou niet misprijzend staan grijnzen of giegelen, doe dat vooral niet, WANT DE PLAAT VAN DE SOFT MACHINE IS EEEN VAN DE BELANGRIJKE, pardon, BELANGRIJKSTE, PLATEN VAN DE LAATSTE TIJD.

Hup, het is verreweg de meest opzienbarende plaat die er de laatste jaren in Engeland verscheen, het is de eerste plaat met een nieuw geluid uit Engeland. We wisten het natuurlijk allang, beter dan de Pink Floyd en wat voor modernisties goeds er verder uit Engeland kwam. Maar die Britten zagen het helemaal niet hoor. Dat volkje op dat eiland liet de Soft Machine verrekken zodat ze nauwelijks in Engeland konden optreden, laat staan platen maken. Gelukkig maakte de Soft Machine een Amerikaanse toer in het gezelschap van de Jimi Hendrix Experience. Dat was een waanzinnig suksesvolle toer voor Jimi, en naar nu blijkt is de Machine er terecht ook beter op geworden. Wat er in Engeland nooit van wilde komen gebeurde in Amerika godzijdank wel : de platenbazen zagen wat voor groep er bestond die nog geen elpee had gemaakt en even later was de Soft Machine gekontrakteerd voor een geheel nieuw sub-label van ABC Paramount, het 'Probe' label. De mensen van 'Probe' lieten er geen gras over groeien: ze charterden niemand minder dan Torn Wilson om de plaat te producen (officieel is hij met Chas Chandler co-producer, dat is natuurlijk een lachertje, kontraktueel is Chas wel hun producer, maar met een beetje fantasie kan je wel nagaan wat je naast én de Soft Machine én Torn Wilson nog als meneer Chas Chandler daaraan kan toevoegen), ze zorgden voor prachtige opnamen en een zeer duur uitgevoerde mooie hoes (een zeer mooie klaphoes waarin je achter draaiende raderen de jongens van de groep ziet zitten) en het resultaat was een mijlpaalplaat van de eerste orde die tot onze grote vreugde ook meteen de Amerikaanse elpee top 100 in schoot. En dat met de langverbeide eerste elpee van een in de Verenigde Staten nog tamelijk onbekende groep, de eerste elpee van Robert Wyatt, Kevin Ayers en Michael Ratledge, de eerste elpee van de Soft Machine.

Goed, nou hebben we over van alles geluld, maar nog niet over de muziek op de plaat. Kijk, uit het voorgaande moet iedereen begrepen hebben dat het om iets zeer belangrijks gaat. Wat de muziek betreft hebben we zeer veel zin om met ons vergriepte hoofd te zeggen dat die voor zich zelf moet spreken. Luister naar de plaat en je hoort het zelf wel. Nou ja, dat kan natuurlijk niet. En nou willen we niet schijnheilig of lui zijn, maar toch is het zeer zeker zo dat je vooral bij zo'n plaat als de Soft Machine plaat het allemaal zelf moet horen.

Het gaat namelijk om een nieuwe aanpak, jawel, een nieuwe aanpak, maar dan ook echt iets behoorlijk anders dan we tot nu toe hoorden. Het gaat om drie jongens die één muziek maken. We bedoelen : niet een organist, een basgitarist en een drummer die ontzettend goed goed aan het orgelspelen, bassen en drummen zijn, maar drie jongens die in de eerste plaats een stuk muziek aan het maken zijn. Er zit iemand te drummen, en te bassen iemand te orgelen ook natuurlijk. Maar kijk nou naar de bezetting, dan verwacht je een goeie organist en twee redelijk sekunderende begeleiders. Ho, mooi dat het iets heel anders is hoor. Om nog eens in traditionele termen te denken: je hoort een briljante drummer slagwerken op een manier die we in de moderne pop niet kennen. Hij blijkt ook te zingen met een fragiel stemgeluid. De organist zit driftig te spelen, zeer hard zit hij te orgelen, maar eigenlijk heeft hetgeen dat hij doet niets te maken met wat wij van organisten gewend zijn. Geen Jimmy Smith, geen Bach-gezeur, maar allerlei klankenregens die met niks te maken hebben behalve met de muziek die de Soft Machine maakt. Hetzelfde geldt voor de basgitaar. Geen ritmiese ondersteuning, geen slaafs ge-tonketonk, ook geen echte melodiese lijnen, maar in samenspel met de twee andere instrumenten een prachtig muziektapijt.

Nou weet je nog niks als je de plaat niet gehoord hebt zal je denken. Dat is ook zo. Daarom kunnen we alleen maar zeggen dat drummer/zanger Robert Wyatt verschrikkelijk, ontzettend schitterend drumt. Geartikuleerd is wel het woord dat er het meeste mee te maken heeft. In vrijwel alle nummers ontbreekt een vast doordreunend ritme, maar hoor je Robert op een afgrijselijk feilloze manier aangeven hoe een stuk muziek aangepakt wordt, opgebouwd is en verder gaat Dat is voor een gedeelte fabelachtige techniek, maar nog veel meer die nieuwe aanpak. Het zijn geen briljante melodieën die je hoort, ritmies zit het wel gekompliceerd in mekaar, maar verder gaat het juist helemaal om het direkte, de emotie, gekanaliseerde emotie die zo prachtig tevoorschijn komt. Het swingt best zo af en toe, maar daar gaat het niet om. Je hoort serene stukje klassiekerige muziek en dan weer keiharde pop. En dat allemaal in twee gehelen: de voor- en achterkant van de plaat. Geen nummers meer, maar grotere gehelen. Noem het twee suites, of twee 'Concertinetta's' voor mijn part. De ene kant zou je dan 'Hope for happiness' kunnen noemen, want dat is het waar het in dat gedeelte om draait. Allerlei variaties in spanning, verschillende sferen die worden uitgedrukt en dan een mooi stemmingsvol einde. Een zeer sereen einde met kerkerig (denk nou niet aan de Procol Harum) orgelspel aan het einde in 'A certain kind'. En op de tweede kant 'Save yourself' en 'Lullabaye letter' dat dan weer eindigt in het prachtige 'Why are we sleeping’, maar dan wel via het zeer doorhengsterige 'We did it again', het rudimentaire 'nummer' dat we ons nog opperbest herinneren van het optreden in Amsterdam, (hoei, hoei). Het valt op dat de belangrijkste man in dit alles, drummer/zanger Robert Wyatt, eigenlijk weinig aan het repertoire heeft bijgedragen. Des te meer frappeert het, hoe Robert wel al de teksten zo verschrikkelijk lief zingt en hoe die jongens die muziek als zo'n geweldige eenheid weten te brengen. En dan nog iets, er is nog een (eigenlijk twee, zijn er) persoon dat heeft meegeschreven, het gaat om H. Hopper (en B. Hopper). Hugh Hopper is de naam en hij is de nieuwe bassist van de groep mogen we zeggen. Of nu Kevin echt gitaar is gaan spelen weten we niet, maar het zit er wel in. Het zit er in dat een verrijkte Soft Machine, nog rijker dan die van deze plaat, muziek aan het maken is, En dat belooft wat voor verdere platen.

       
     
Previous article